Presentatie voor SBC4U

Kerkrade, 19 februari 2008 – Pierre verzorgt een presentatie voor SBC4U in het Industrion. De presentatie gaat over de ervaringen die DSM heeft opgedaan met Server Based Computing.

Pierre van Mouche in het Industrion in Kerkrade tijdens SBC4UAls gastspreker voor SBC4U presenteert Pierre van Mouche op 19 februari 2008 de ervaringen die DSM heeft opgedaan met Server Based Computing. Pierre spreekt vanuit zijn functie als manager Escalation & Resolution en ICT due diligence expert bij DSM Corporate ICT. 

Na een korte introductie van DSM Unlimited beschrijft hij ICT organisatie van DSM alssok de relaties met de externe IT dienstenleveranciers. Hij presenteert het ICT Governance model en legt het model uit dat DSM hanteert in het kader van haar Uitbestenden tenzij beleid. Ook gaat hij nadrukkelijk in op de argumentatie die Corporate ICT gebruikt voor de vergaande standaardisatie die het bedrijf sinds 1998 afdwingt.

Dan gaat hij over op het kernthema: Any place, any time and any device. Hij laat zien hoe het gebruik van de desktop stark is afgenomen ten gunste van de laptop. Het gebruik van de fat client is -bijna dientengevolge- nauwelijks verminderd. Wel is het aantal Citrix clients enigszins toegenomen maar toch niet in die mate als oorspronkelijk verwacht. Veelal wordt Citrix bij DSM ingezet om heel andere redenen dan verwacht:  compensatie van hoge latency waarden, gebruik van LAN toepassingen binnen het WAN, netwerkscheiding (security), het verminden van business application packaging en continueren van NT-gebaseerde toepassingen. De klassieke argumenten vóór server based computing worden niet genoemd: kosten reductie, vereenvoudiging en centralisatie van beheer, telewerker, thin client i.p.v. fat client, veilige toegang door derden, …

Pierre legt uit dat er binnen DSM twee duidelijke kampen zijn: vóórstanders en tegenstanders. De tegenstanders zijn niet met argumenten te overtuigen; alleen werken laten zien én (begeleid) met Citrix clients laten werken is succesvol. Maar het blijft moeilijk: de Citrix clients ‘voelen anders’ en zonder netwerkverbinding zijn ze onbruikbaar. Hun bruikbaarheid blijft echter in een behoorlijk aantal gevallen een feit. En daarom heeft DSM een aanpak gekozen die inderdaad uitgaat van aantonen i.p.v. overtuigen. Een architectuur wordt op dít moment ontwikkeld en daarna zal een proof-of-concept worden gebouwd om de toegevoegde waarde te bevestigen, de weerstand te verminderen en vooral om ervaring op (te laten) doen. Dit betekent dat DSM heeft gekozen voor een geleidelijke invoering en niet voor een big bang scenario. Met deze aanpak heeft DSM al eerder successen geboekt.

Pierre noemt ook een aantal succesvolle toepassingen van Citrix binnen het bedrijf. Third Party access voor derden werkt uitstekend en is veel goedkoper dan de traditionele ‘vaste verbindingen’. Het verminderen van de latemcuy problemen bij client server toepassingen in Latijns Amerika, Afrika en het Verre Oosten werkt goed. En ook in geval van joint ventures of carve-outs heeft Citrix waarde bewezen door strikte scheidingen mogelijk te maken.

Pierre besluit met de stelling dat Citrix geen totaaloplossing is en in het gunstigste geval in coexistentie met fat clients zal moeten proberen te overleven. De toenemende beschikbaarheid van internettoegang met hoge bandbreedte alsook het feit dat jongere generaties méér vrijheid op een werkstation eisen, vormen een serieuze bedreiging voor de toepassing van server based computing op grote schaal.

 


Gerelateerde artikelen